Dr. Hugo H. van der Molen - Wederikweg
114 - 9753 AE Haren, The Netherlands
Tel: +31 (0)50 534 8795; Fax: +31
(0)50 534 0852; email:
[email protected]
Rijkskanselier Otto von Bismarck stelde in 1887 een invoerheffing in op buitenlandse margarine. Dit ter bescherming van de Duitse boeren en hun boter. Daarmee was margarineïnvoer in Duitsland vanuit Nederland eigenlijk niet meer mogelijk en werd daardoor ook de grondslag gelegd voor de Duitse margarine-industrie. Anton Jurgens had dit reeds voorzien en opende al in 1888 een fabriek in het Duitse Goch, de1e halteplaats over de grens wanneer men de trein van Boxtel naar Wezel nam. Grondstoffen konden wel vanuit Nederland worden ingevoerd.
De fabriek in Goch was een vennootschap onder firma, waarbij Anton Jurgens de helft van het kapitaal van ca. f 500.000 opbracht en de Nederlandse gebroeders Anton en Willem Prinzen de andere helft. In 1900 was het maatschappelijk kapitaal reeds 10 maal zo groot vanwege de grote winsten. In 1900 gingen de gebroeders Prinzen uit elkaar: Anton ging zich wijden aan hun Nederlandse bedrijf, maar Willem bleef nog enkele jaren werken bij de fabriek in Goch. Overigens speelden de gebroeders Prinzen - ondanks hun medefirmant zijn - geen belangrijke leidende rol in de fabriek.
Tot 1899 was I.H. Theberath directeur en zat ook L. Raymakers in de leiding. Theberath werd in 1899 ontslagen toen de zaken vrij slecht gingen en er geen winst werd gemaakt. Hij werd opgevolgd door Rudolph Jurgens.
Na 1900 nam de winst weer snel toe, mede vanwege het door Theberath's ingezette beleid om de tussenhandel uit te schakelen. Een 2e reden was de introductie, in 1899, van het margarinemerk Solo (zie de firmarekening uit 1915: Solo, der altbewährte Butter-Ersatz), gepaard aan een krachtige reclamecampagne. De winst steeg hierna sensationeel. Men verkocht nu in kleine pakjes aan de detailhandel. Het merk Solo was het antwoord op het in 1898 door de Nederlandsche margarinefabrikant van den Bergh in Duitsland geïntroduceerde margarinemerk Vitello, dat zo populair werd dat deze merknaam in veel Duitse streken de soortnaam margarine verving. Vitello was de beste kunstboter van die tijd, o.a. door toevoeging van eigeel, waardoor margarine bij het bakken schuimende bruin werd, net als echte boter. Voor die tijd werd margarine naamloos verkocht en schraapten kruideiers de pondjes met de hand uit vaatjes.
In de 1e wereldoorlog produceerde men tot 1915 (datum van de firmarekening) nog volop, maar daarna ging het door de beperkte grondstoffenaanvoer (Engelse blokkade) snel bergafwaarts: in 1918 werkte de fabriek slechts op zeer beperkte schaal.
In 1922 bezat Jurgens in Duitsland 9 fabrieken, warvan die in Goch de een na grootste was. In 1920 waren die fabrieken samengevoegd in een moedermaatschappij, de Deutsche Jurgens Werke A.G., die als centrale financieringsmaatschappij fungeerde en credieten opnam bij Duitse banken.
In 1927 fuseerden van den Bergh en Jurgens tot de NV Margarine
Unie en (voor de Engelse activiteiten) tot Margarine Union Ltd.
In 1929 volgde de fusie met Lever brothers Ltd. tot UNILEVER N.V en
UNILEVER Ltd., een conglomeraat van ca. 2000 (!) dochterbedrijven. De beurscrach
van 1929 zou Unilever niet echt deren: zeep en margarine hadden de mensen
toch nodig, ook in tijden van economische neergang.
Bronnen:
Wennekes, W. (1993, 2000), De Aartsvaders, Uitgegeven door Olympus,
onderdeel van Uitgeverij Contact, ISBN 90 254 II 48 7. Prijs ca. 14 Euro.
Wilson, Ch., Geschiedenis van Unilever, delen I en II, 's Gravenhage,
1954: Martinus Nijhoff.
Nederlandse vertaling van "The Histoty of Unilever". (alleen antiquarisch
te verkrijgen).
Deel I beschrijft Lever Brothers Ltd., deel II de bedrijven van
van den Bergh en van Jurgens; er is ook een deel III, die de ontwikkelingen
beschrijft na de fusie in 1929 tot Unilever.
Gebruikt zijn van deel II de pagina's 55-57, 84-85, 198, 266, 318
en 332.
mevr. Jana Jurgens in de UK ([email protected]), zoekt haar familie in Nederland.(verzoek om info d.d. 7 november 2003)
Ze is de dochter van Emil Jurgens (geb. 16-11-1922, overl. 23-9-1994).
Haar oom Kurt Jurgens (getrouwd met Annie) en haar oom Tom Jurgens zaten
allebei "in de boter" en de familie kwam, zo zegt ze, uit Maastricht en
Rotterdam.